Source text in English | Translation by Marcel Palmen (#33328) — Winner |
We live in one of the tiny apartments in a multi-storeyed building complex that provides shelter to a number of middle-class families. But, the members of the family Felis Domestica who have taken a fancy to our complex might very well outnumber the members of Homo Sapiens. Because these quadrupeds with retractable claws, who can boast of their country cousins- Lions, Tigers, Lynxes, and Ocelots fear no one in our vicinity. The increasing feline population possessing nine lives up their claws bothers everyone but provides comic relief to many. These cats in our avenue have their own strict demarcations about territory. The ground floor, first and second-floor mousers keep to their floors except for hungry forays into the kitchens across the lines of control. The terrace is exclusively reserved for the young ones and occasionally used by the aristocrats from the erstwhile Siam for body lickings and sunbaths. Some of the tomcats find cozy corners for a purring sleep in places where there isn’t room to swing a cat in, such as the watchman’s cabin, where they might have found the poor fellow catnapping. God has gifted these cats with two voice boxes one for purring and another for meowing and a few of the feline sopranos in our locality keep all the residents awake with their nocturnal orchestras on special occasions. Some of the residents who wish to be clean as a cat in pattens get irritated when these grey cats mess up their things. The hawks among the residents strongly feel that these cats should be driven out with a cat o’nine tails. But the doves are undecided waiting to see which way the cat jumps. Well, we don’t know who will be called to bell the cat! | Wij wonen in zo’n piepklein appartementje in een gebouwencomplex met meerdere verdiepingen waar ook een aantal middenklassegezinnen wonen. Maar het aantal leden van de familie felis domesticus, die ons complex ook hebben ontdekt, zou wel eens groter kunnen zijn dan het aantal leden van de familie homo sapiens. Deze viervoeters met intrekbare klauwen gaan namelijk prat op hun minder mondaine familie (zoals leeuwen, tijgers, lynxen en ocelotten) en zijn voor niemand bang. Hoewel de bevolkingsgroei van deze dieren met negen levens iedereen zorgen baart, geven ze velen ook een vrolijke noot. De katten in ons gebouwencomplex hebben hun territorium strikt afgebakend: de muizenvangers van de begane grond, de eerste en de tweede verdieping blijven op hun woonlaag, tenzij de honger hen aanzet tot een uitstapje naar een keuken over de grens. Het terras is uitsluitend bestemd voor de kleintjes, hoewel de aristokatten uit het vroegere Siam er soms ook gebruik van maken om hun vacht te likken en te zonnebaden. Sommige katers nemen genoegen met een kleiner plekje om te spinnen en soezen, zoals het wachtershuisje waar ze de arme kerel, die zich misschien wat katterig voelde, hebben betrapt tijdens zijn kattenslaapje. God heeft deze katten twee klankkasten geschonken: één om te spinnen en één om te miauwen, en bij speciale gelegenheden houden enkele sopraankatten alle bewoners in de omgeving wakker met hun nachtvoorstellingen. Sommige bewoners, die gesteld zijn op netheid en orde, vallen bijna in katzwijm als de viervoeters weer eens kattenkwaad hebben uitgehaald. De haviken onder de bewoners willen het liefst de kat met negen staarten ter hand nemen om ze te verjagen, maar de duiven kijken liever de kat uit de boom en wachten af wie de kat de bel gaat aanbinden! |